Ik ben in 1966 geboren Spijkenisse, waar ik ben opgegroeid met mijn zussen. Als kind speelde ik veel buiten. Van lezen hield ik absoluut niet. Ik vond het saai, en lastig. Pas toen ik de boeken van Thea Beckman, Tonke Dragt en Rosemary Sutcliff ontdekte werd mijn interesse voor lezen geprikkeld. Inmiddels ben ik uitgegroeid tot een echte boekenwurm en woon ik samen met mijn man en kinderen in huis vol boeken. Fictie en non-fictie, klassiek en modern en in alle denkbare genres en met uitzondering van horror. En het mooiste is, sinds 2019 staan er boeken bij die ik zelf geschreven heb.
Mijn liefde voor verhalen heb ik vooral te danken aan mijn oma. Ze vertelde ons eindeloos sprookjes, van Assepoester tot de Gelaarsde Kat en terug. De niet-Disney versies uiteraard. Het inspireerde mij als kind tot het verzinnen van eigen verhaaltjes. Ik maakte er kleine boekjes van, vol tekeningen en plaatjes die ik knipte uit tijdschriften.
Ook op school hield ik mij het liefst bezig met het schrijven van opstellen en het maken van werkstukken. Hoe groter hoe beter, en ik vond het heerlijk om achtergrondinformatie te verzamelen en te verwerken. Toen het tijd werd om een vervolgopleiding te kiezen na mijn VWO heb ik serieus overwogen om iets met journalistiek te gaan doen, maar uiteindelijk is mijn keuze toch gevallen op een studie pedagogiek (onderwijskunde). Na mijn studie ben ik gaan zorgen voor mijn gezin. Toen mijn kinderen groter werden heb ik met veel plezier een schrijfopleiding gevolgd bij Script+, en mijn debuutroman Lef (2019) is hier het directe resultaat van. Ik ben begonnen met schrijven uit liefde voor taal, liefde voor vertellen. Het verbaast me steeds weer hoe één gedachte, één stem kan uitgroeien tot een heel verhaal.